Archief van jaar: 2016
Werk met bulletlists
Opsommingslijstjes zijn een onmisbare must in je tekst. Zeker als je met je (online) teksten je (online) lezers wilt binnenhalen. Je schrijft om gelezen te worden, niet waar?
Opsommingslijstjes of bulletlists zijn namelijk zeer sterk. Dat blijkt uit ‘eyetrackingonderzoek’ wat staat voor ‘kijkgedrag’. Oftewel: waar loeren we, als eerste, met onze ogen naar als we iets lezen. We lezen namelijk niet meteen alles letter voor letter. Zo braaf zijn we niet. Ook al heb je dat vroeger misschien wel zo geleerd op school.
We lezen niet. Niet? Nop. We scannen met onze ogen zo snel mogelijk door een tekst heen. Rollende oogballetjes dus. Op zoek naar wat het eerst onze aandacht trekt. Door het werken met een bulletlist, giet je je tekst in visueel makkelijk te verslinden stukjes tekst. De tekst wordt scanbaarder. Plus je doorlopende tekst krijgt extra pit door die bullets en is aantrekkelijker voor je lezers. Het werken met bullets dwingt je bovendien als schrijver om het kort te houden. Je moet dus naar de kern van je boodschap gaan.
Er zijn wel een paar kleine regeltjes voor het werken met opsommingslijstjes. Zo is er een maximum aantal bullets van 7 stuks. Ga je een langere bulletlist maken, dan haken je lezers wellicht af. Beperk je dus tot die magische 7. En werk net als met bloemschikken met een oneven aantal bloemen bullets voor het mooiste beste resultaat. Het blijkt dat 3 bullets het beste werkt. Waarbij je de belangrijkste informatie in je laatste bullet plaatst. Dan blijft die informatie langer hangen. (Klinkt allemaal heel logisch, toch?)
Als je wilt posten op Facebook en Twitter geldt het andersom. Daar plaats je direct het belangrijkste eerst. Dat kan ook niet anders, want door het beperkt aantal tekens zien je lezers maar een deel van je bericht. Dus zorg ervoor dat je dan in het begin met een pakkende tekstregel komt! Het liefst met een kort (vraag)zinnetje.
Wees persoonlijk in je tekst
Wees altijd persoonlijk in je tekst. Je schrijft voor mensen. Mensen van vlees en bloed. Dus gebruik de taal die zij spreken. Je ziet nog steeds erg veel bedrijven (met hun website teksten) die het voornamelijk over zichzelf hebben. “Wij hebben het volgende product voor u. Ons bedrijf is een jong en dynamisch bedrijf. Wij leveren de beste producten aan u.” Zucht. Een gemiste kans. Je schrijft voor lezers. En net als in een gewoon gesprek is het fijn als er ook interesse voor de ander is. Voor jou dus. Of luister jij graag naar mensen die het alleen maar over zichzelf kunnen hebben? Spreek dus altijd meer over de lezer dan over jezelf.
De naam van je lezer is ook belangrijk. Heel belangrijk zelfs. Zorg ervoor dat je altijd de naam van je lezer correct spelt. Er is niets zo irritants als een verkeerd geschreven naam. Het voelt bijna als respectloos aan.
Gebruik positieve woorden. Je lezers zijn net als ik en jij. ‘We’ houden van positieve woorden. Zet die in.
Voorbeelden van negatieve woorden die een negatief gevoel oproepen: betalen, moeten, probleem, klacht, moeilijk en onmogelijk. Kijk of je deze woorden kunt vermijden, omzeilen of kunt vervangen door positieve woorden.
Wil je meedoen? Dan moet je voor 5 oktober tien euro betalen. (De vraagzin is wat twijfelend. En je moet betalen.)
Doe ook mee! Regel voor 5 oktober je deelname met tien euro. (De gebiedende zin zet aan tot actie. Er moet evengoed betaald worden, maar het staat er minder negatief.)